Johan Kracht

Herinneringen aan violist Johan Kracht: Ongeveer bij dertig val je in slaap.

Johan Kracht J.J. (eerste viool)

Opnieuw is het verlies van een prominent musicus te betreuren. Op 25 juni 2008 moest Johan Kracht het gevecht tegen zijn ziekte opgeven. In 2005 was hij met pensioen gegaan na 35 jaar als eerste violist in het orkest te hebben gespeeld. Niet meer dan een maand heeft hij onbezorgd van zijn pensioen mogen genieten. Veel te snel openbaarde zich een hersentumor, drie jaar later overleed hij.

Johan kreeg zijn opleiding aan het Muzieklyceum in Amsterdam. Directeur Everard van Royen nam hem onder zijn hoede en de orkestpedagoog Jaap Spaanderman onderrichtte hem in de fijne knepen van het orkestspel. Zijn vioolleraren waren Gijs Beths sr. en Herman Krebbers. Tijdens zijn opleiding speelde hij al mee in het orkest van toenmalige Nederlandse Opera.
'Chailly wist dat en riep altijd dat ik het al wel weer zou kennen, als we een opera gingen instuderen. En meestal was dat zo,' aldus Johan. Alleen Aida was een première voor hem. Hij genoot van de Kerstmatinees met hun voorbeeldige uitvoeringen van Italiaanse opera’s onder Chailly’s leiding. Vooral aan de cd-opname van I Pagliacci, waar hij eerste concertmeester was, bewaarde hij een bijzondere herinnering. Andere hoogtepunten in zijn orkestloopbaan vormden Haitinks uitvoeringen van Mahlersymfonieën en de reeks Da Ponte-opera’s van Mozart onder Harnoncourts leiding. Toen Jean Louis Stuurop in 1984 terugtrad nam Johan de functie van plaatsvervangend eerste concertmeester van hem over. ‘Op die plaats ben je een grote steun voor de collega rechts van je [de eerste concertmeester, red. ]. Vooral het inzetten na een grote periode van rust kan aanleiding zijn voor grote onzekerheid. Dan is samen de maten tellen een uitkomst: een twee drie vier, twee twee drie vier, drie twee drie vier… enzovoorts. En dan durven inzetten.’ Johan heeft in zijn loopbaan zoveel geteld, dat hij het ook gebruikte als middel om in slaap te komen.
'Ongeveer bij dertig val je in slaap,' vertelde hij eens in een interview.

Johan Kracht was een orkestmusicus in hart en nieren. Ook als docent partijstudie aan het Sweelinck Conservatorium heeft hij zijn liefde voor het vak proberen door te geven.
'Veel mensen, die ik met veel plezier weer terugzag in het orkest, zijn bij mij langs geweest op het conservatorium.' Hij had zich altijd sterk gemaakt voor de orkestopleiding, maar moest tot zijn spijt vaststellen dat het vak steeds meer aanzien verloor. Een ondergeschoven kindje, noemde hij het vol spijt.
Een van zijn belangrijke 'bijbaantjes' in het orkest was het betekenen van de hoge strijkerspartijen, een taak die hij overnam van zijn collega Hans Speth. Hij hield zich altijd bezig met streektechniek: ‘Dat is een van mijn stokpaardjes. Daar heb ik veel mensen, die naar me toekwamen omdat ze er niet uitkwamen, mee kunnen helpen. De klank is afhankelijk van een bepaalde streek. Ik heb eens als concertmeester met Harnoncourt de Tweede symfonie van Schubert gespeeld. Daar was een thema, dat hij anders van karakter wilde hebben. Toen keek hij mij aan: 'Strich ändern?' Als er iets veranderd moet worden bij een orkest, dan is het streek veranderen.'
Toen had Johan zijn zin doorgedreven en het werd met de door hem voorgestelde streek gespeeld, Harnoncourt had zacht gezegd 'es klingt besser'. Het strijken in een orkest is altijd een probleem, stelde Johan, omdat mensen allemaal verschillend zijn en ze soms dingen moeten doen die hun tegen de haren instrijken. Het is onmogelijk om het iedereen naar de zin te maken.

Johan was ook een uitstekend eerste concertmeester. Hij had een ruime, rustige streek en kon goed laten zien waar moest worden ingezet, hoeveel stok er gebruikt moest worden, een gebaartje bij ingewikkelde overgangen en dergelijke. Hij heeft dit af en toe bij het KCO kunnen doen, maar hij was fulltime concertmeester bij het Concertgebouw Kamerorkest.
'Concerten met een dirigent zijn leuk, concerten zonder dirigent zijn nog leuker en we hebben er heel wat onder mijn 'leiding' gedaan. Tot ieders genoegen, denk ik. Maar ook aan de concerten met Marco Boni en de Bach-uitvoeringen met Charles de Wolff denk ik met veel genoegen terug,' vertelde Johan in het interview in de KCOurant ter gelegenheid van zijn afscheid in 2005.

Johan zelf had van de crematieplechtigheid het liefst geen ophef gemaakt, maar ondanks het feit dat de orkestvakantie al was begonnen, waren veel collega's, oud-collega's en stafleden van het Concertgebouworkest op 1 juli naar Westgaarde gekomen. Johans kinderen Mascha en Michel spraken woorden van afscheid en Paul Peter Spiering herdacht hem als vriend en als medebestuurder van het Concertgebouw Kamerorkest. Hij memoreerde onder meer zijn kwaliteiten als concertmeester van het Kamerorkest: 'Johan ambieerde het solistenvak niet – een keer heeft hij met Jan Kouwenhoven het Concert voor viool en hobo van J.S. Bach uitgevoerd -, maar hij voelde zich in zijn element als concertmeester. De soli die hij op deze plaats speelde waren zeer inspirerend voor ons allen: 'Erbarme dich' uit de Matthäus-Passion en de soli in het Weihnachtsoratorium en de Hohe Messe, evenals de ontroerende solo in het tweede deel van Mahler/Schubert.'
Ook de kamermuziek had zijn warme belangstelling: hij maakte jarenlang met een aantal KCO-collega's deel uit van het Amsterdams Nonet.

Truus de Leur

Kcourant - oktober 2008

Auteur
Truus de Leur
Details
Johan Kracht (J.J.)