KCO - Wiener Philharmoniker 1995

Het KCO verslaat de Weners in de strijd om de Mahler-bokaal (1995)

Varia voetbal

Met het Mahler Feest 1995 werd op grootste wijze herdacht dat er 75 jaar eerder ook een Mahler Feest in Het Concertgebouw had plaatsgevonden. Speelde het Concertgebouworkest in 1920 alle concerten, in 1995 namen verschillende orkesten en een keur van solisten aan de manifestatie deel. Een weinig bekend onderdeel van het Mahler Feest 1995 was een sportieve ontmoeting tussen leden van het Koninklijk Concertgebouworkest en de Wiener Philharmoniker op 9 mei. De Berliner Philharmoniker waren verhinderd. Zij moesten ’s avonds onder leiding van Claudio Abbado onder meer Mahlers Vijfde symfonie spelen.

De wedstrijd was een initiatief van KCO-hoboïst Carlo Ravelli en vond plaats op het terrein van de voetbalclub AFC aan De Boelelaan. Scheidsrechter was oud-Ajacied Jan Mulder. Als grensrechters traden een zoon van Carlo en een lid van de Weners op. Volgens Mulder, die in de Volkskrant van 12 mei de ontmoeting beschreef, had het met de eerstgenoemde wel goed gezeten, de andere grensrechter had volgens hem ‘anderhalf uur met een uitdrukking die heen en weer schommelde tussen verbaasd en vereerd naar zijn vlaggetje gekeken.’ De bekende sportverslaggever Jack van Gelder deed via Radio 4 tijdens het Mahler-journaal verslag en interviewde de scheids. Van Gelder meldde dat er 20.000 toeschouwers naar het veld waren gekomen, het NRC Handelsblad daarentegen hield het op zo’n vijftig man. Deze krant schreef ook dat de thuisblijvers niet helemaal ongelijk hadden,want de wedstrijd was ‘een schamele vertoning van twee technisch gebrekkige ploegen.’ 

Varia Ravelli_klein

Beide elftallen hanteerden ‘het antieke en alleen in Nederland nog populaire 4-3-3-systeem. Maar’, zo vervolgt de krant, ‘geen van beide teams beschikte over de buitenspelers die voor het slagen van zo’n opstelling nodig zijn. De linksbuiten van het Concertgebouworkest Werner Herbers (hobo) is – zeker gezien zijn leeftijd – nog wel snel, maar geen enkele keer wist hij het passeren van de buitengewoon zwakke Weense rechtsback [Friedrich] Pfeiffer (hoorn) te bekronen met een behoorlijke voorzet.’ Keeper bij de Weners was [de contrabassist Alois] Posch, aan Nederlandse zijde trompettist Theo Wolters. Kennelijk waren ze niet bevreesd voor hun vingers. Na een kwartier wisten de Weners door een afstandsschot met 0-1 voor te komen. Na de rust scoorde tweede violist Antoine van Dongen voor het Amsterdamse orkest na een voorzet van Ravelli. Enkele minuten voor het eindsignaal bracht de chauffeur van het KCO Thomas Semmler, profiterend ‘van een verbijsterende serie misverstanden in de Oostenrijkse defensie’, de stand op 2-1 en zo verkreeg het Koninklijk Concertgebouworkest de overwinning.’ NRC Handelsblad kopte ‘Weense zwaarlijvigheid eist in slotfase haar tol’ en plaatste een grote foto van beide voetbalelftallen met de scheidsrechter. Mulder rapporteerde in de Volkskrant dat er sportief was gespeeld; ‘de overtredingen ontstonden uit verlies van het stuur over het lichaam bij lage snelheid, zodat de knopen vrij snel uit elkaar konden worden gehaald en de lichamen rechtop konden worden gezet met de gezichten meteen de goeie kant op. […] Ik kon de wedstrijd ontspannen leiden ’. Een goede fles wijn was zijn deel. Het enige Mahleriaanse aan de wedstrijd was de Mahler-bokaal waarmee het Concertgebouworkest naar huis is gegaan.

Johan Giskes april 2013