Edith Neuman

Het kleurrijke leven van celliste Edith Neuman: 'Over muziek, schimmentheater en een waarlijk socialistische samenleving.'

Mensen Edith Neuman RS

 'Heren orkestleden'

‘Tweeëntwintig jaar was ik toen ik in het Orkest kwam en heel naïef,’ vertelt ze terwijl ze terugblikt op haar jeugd. ‘Ik was erg onder de indruk van die heren orkestleden en vooral van Bernard Haitink, de chef-dirigent, die toen al 35 (!) jaar was. Als ik hem in de gang tegenkwam, durfde ik nauwelijks iets te zeggen. Maar toen hij in september van dit jaar bij ons dirigeerde, heb ik hem aangesproken en hem bedankt dat hij me veertig jaar geleden had aangenomen. 1965 was een heel andere tijd, collega’s sprak je bijna altijd met u aan. Herman Krebbers was Mijnheer Krebbers, iets anders was ondenkbaar. Maar mijn celloleraar Hans [van Weydom] Claterbos, nu opeens collega, vond wel dat ik hem nu maar “Hans” moest noemen. Dat kostte me veel moeite!Er waren maar een paar vrouwen in het Orkest en we verkleedden ons in een heel klein, gezellig kleedkamertje. Hannie Nielsen-Scheffelaar Klots, violiste, was een statige dame met een magnifiek hoog kapsel, zij zat daar als een vorstin voor de spiegel en gaf menigeen goede raad… We spraken over dirigenten (natuurlijk!), kinderen, kleding… We wilden er mooi uitzien op het podium en iedereen deed dat op zijn eigen persoonlijke manier. De tijd van uniformiteit en haute couture was nog ver weg, gelukkig.’

Geen contrabas

‘Muziek was heel belangrijk bij ons thuis. Mijn ouders gaven hun vier dochters alle kansen om muziek te maken en we speelden veel samen. Op mijn negende verjaardag kreeg ik een cello, ook al wilde ik aanvankelijk contrabas spelen, maar daarvoor was ik nog te klein. Van de overstap naar contrabas is het nooit meer gekomen. Na mijn eerste celloles bij mijnheer Claterbos, die ik zeer vereerde, kon ik alleen nog maar een losse c-snaar spelen. Mijn vader, kerkorganist en fantastisch improvisator, ging meteen aan de piano zitten. Terwijl ik mijn c-snaar liet gonzen, speelde hij er de prachtigste akkoorden bij. Kun je je voorstellen hoe ik me voelde?! Mijn moeder was fluitiste in het amateur-orkest “Con Brio”. In de zomer studeerde ze gewoon buiten in de duinen; de Händel-sonate met wasknijpers aan een boomtak, en wij kinderen lagen daarbij te luisteren en te lezen in een kuil... Dierbare herinneringen… Op die leeftijd wist ik ook al dat ik later in het Concertgebouworkest wilde gaan spelen. De bekende balletdanseres Alexandra Radius, een lagereschool-vriendin die ik jaren later toevallig tegenkwam, wist zich dat nog te herinneren.’ 

Bach

'De muziek van Bach stond centraal bij ons thuis. In de kerk waar mijn vader organist was, werd onder zijn leiding jaarlijks een Bach-cantate uitgevoerd. Met Pasen luisterden we met z’n allen om de tafel naar de Matthäus-Passion op de radio. Nog altijd gaat er een schok door me heen bij het horen van het eerste akkoord en is de muziek van Bach voor mij het allerhoogste. Op mijn vijftiende ging ik studeren aan het Amsterdams Conservatorium bij Carel van Leeuwen Boomkamp, in die tijd een pionier van de authentieke uitvoeringspraktijk van barokmuziek. Ik was te jong om zijn kennis naar waarde te kunnen schatten, maar heb toch veel van hem geleerd. Twee jaar na mijn proefspel werden er nog drie van zijn leerlingen in het Orkest aangenomen, waaronder Hans Vader, naast wie ik sinds vele jaren aan een lessenaar zit. Hans is een zeldzaam hoffelijke en zorgzame collega; naast zo iemand wil ik wel honderd jaar blijven spelen! Hij kan ook intens van muziek genieten en af en toe lachen we elkaar toe bij een heel mooie melodie. Ook onze aanvoerders Godfried Hoogeveen en Gregor Horsch, zijn voor mij een bron van vreugde met hun prachtige soli en solo-optredens.’

Droom

‘Ja, wat kun je zeggen over veertig jaren spelen in het mooiste orkest in de prachtigste zaal, onder leiding van de grootste dirigenten? Het is voorbij gegaan als een droom, een klank-prentenboek met daarin onvergetelijke, aangrijpende concerten met Haitink, Kondrasjin, Chailly en Harnoncourt.Na afloop van een concert bevond ik me altijd opeens weer op aarde, gewekt door het applaus. Ik vind het daarom ondoenlijk om tijdens het applaus heen en weer te draaien naar het publiek - onze nieuwe aanpak, hoe goed bedoeld ook -, terwijl ik nog helemaal doordrongen ben van de muziek…’ Mensen Edit Neuman Schimmentheater

Rusland en het schimmentheater

Als ik vraag naar haar hobby’s, laat ze me vol enthousiasme haar schimmentheater zien en vertelt over het bijzondere van het eeuwenoude schimmenspel, dat een magische sfeer oproept. Met de lamp erachter demonstreert ze me hoe het werkt. Alles is zelf gemaakt: van het tekenen van de sprookjesfiguren, het uitsnijden ervan, tot het bouwen van het theatertje. In Russische ziekenhuizen wil ze voor zieke kinderen kleine voorstellingen gaan geven. In (toen nog) Leningrad bezocht ze een ziekenhuis en dat was zo armoedig en deprimerend dat ze de kinderen aldaar graag wat afleiding wil bezorgen met een sprookje. Mede daarom leert ze onvermoeibaar Russisch, leest veel en correspondeert met vrienden in Moskou en Kondapoga (bij de Fins-Russische grens). Op de vraag waar die Russische interesse vandaan komt, antwoordt ze:‘Aanvankelijk ging ik als eenentwintigjarige uit idealisme in de vakantie in Polen op het land werken. Ook omdat ik de taal mooi vond en wilde leren spreken, de taal van Chopin. Ik had een groot communistisch ideaal en ontdekte daar Rusland als het grote voorbeeld. Dus stapte ik over op Russisch, begon sprookjes (van Poesjkin natuurlijk) te lezen en kreeg er allerlei vrienden die ik regelmatig bezoek. Van het communistische ideaal ben ik wel teruggekomen, maar ik hoop nog steeds op een waarlijk socialistische samenleving, want ons kapitalisme leidt ook niet tot solidariteit.’

Naast dit alles is ze dol op borduren, lezen, wandelen en weet veel van planten en bloemen af. Haar vader leerde zijn kinderen al vroeg de namen van alle bloemen die ze tijdens lange wandelingen tegenkwamen. Verder tekent ze graag, heel kleine miniatuurtjes, zoals te zien is aan de tekening die ze maakte voor het vijfentwintigjarig jubileum van Saskia Boon.Verhalen vertellen‘Ik vind het nog steeds, en misschien zelfs steeds meer, interessant en leerzaam om een dirigent te horen vertellen hoe hij zich een stuk voorstelt, wat voor klankidee hij heeft en waar het volgens hem over gaat. Zoals laatst eerst bij de serene, naar klank tastende Myung-Whun Chung, toen de onstuimige, kundige Gatti en daarna Harnoncourt, een ongelofelijk bezielende en unieke persoon. Ook Jansons kan wonderen creëren. Laatst zei hij tijdens een repetitie: ‘Tell, tell, tell the story!’ Op dat moment realiseerde ik me weer dat we verhalenvertellers zijn, die een verhaal vertolken in de muziek. Is er iets mooiers denkbaar?’

Petra van der Heide   Kcourant december 2005

Details
Edith Neuman (E.H.)